Door de gebruiker gedefinieerde numerieke notaties, functie Format

       

De volgende tabel geeft een overzicht van de tekens waarmee u door de gebruiker gedefinieerde numerieke notaties kunt maken:

Teken Beschrijving
Geen Geeft het getal weer zonder opmaak.
(0) Tijdelijke aanduiding voor een cijfer. Geeft een cijfer of een nul weer. Als de expressie een cijfer bevat op de positie waarop in de notatietekenreeks een 0 staat, wordt dit cijfer weergegeven. Geeft in de andere gevallen een 0 weer op deze positie.

Als het getal minder cijfers bevat dan er nullen zijn in de notatie-expressie (aan beide kanten van het decimale scheidingsteken), worden voorloop- of volgnullen weergegeven. Wanneer het getal rechts van het decimale scheidingsteken meer cijfers bevat dan er rechts van het decimale scheidingsteken nullen staan in de notatie-expressie, wordt het getal afgerond op zoveel decimalen als er nullen staan. Wanneer het getal links van het decimale scheidingsteken meer cijfers bevat dan er links van het decimale scheidingsteken nullen staan in de notatie-expressie, worden de extra cijfers ongewijzigd weergegeven.

(#) Tijdelijke aanduiding voor een cijfer. Geeft een cijfer weer of geeft niets weer. Wanneer de expressie een cijfer bevat op de positie waarop het teken # in de notatietekenreeks verschijnt, wordt dit cijfer weergegeven. In de andere gevallen wordt niets weergegeven op deze positie.

Dit symbool werkt op dezelfde manier als de tijdelijke aanduiding 0 voor een cijfer, alleen worden geen voorloop- of volgnullen weergegeven wanneer het getal evenveel of minder cijfers bevat dan in de notatie-expressie hekjes # staan aan beide kanten van het decimale scheidingsteken.

(.) Tijdelijke aanduiding voor decimalen. In sommige lokale instellingen wordt een komma gebruikt als decimaal scheidingsteken. Met de tijdelijke aanduiding voor decimalen kunt u aangeven hoeveel cijfers u links en rechts van het decimale scheidingsteken wilt weergeven. Wanneer in de notatie-expressie links van het decimale scheidingsteken alleen hekjes (#) staan, beginnen getallen die kleiner zijn dan 1 met het decimale scheidingsteken. Als u wilt dat bij breuken altijd een voorloopnul wordt weergegeven, geeft u een 0 op als de eerste cijferaanduiding links van het decimale scheidingsteken. Welk teken in de opgemaakte uitvoer als decimaal scheidingsteken wordt gebruikt, hangt af van de getalnotatie die door uw systeem wordt gebruikt.
(%) Tijdelijke aanduiding voor een percentage. De expressie wordt met 100 vermenigvuldigd. Het procentteken (%) wordt ingevoegd op dezelfde positie als in de notatietekenreeks.
(,) Scheidingsteken voor duizendtallen. In sommige lokale instellingen wordt een punt gebruikt als scheidingsteken voor duizendtallen. Het scheidingsteken voor duizendtallen scheidt de duizendtallen van de honderdtallen in getallen met vier of meer posities links van het decimale scheidingsteken. Als u het scheidingsteken voor duizendtallen op de standaardmanier wilt gebruiken, plaatst u dit scheidingsteken in de notatie tussen twee tijdelijke aanduidingen voor cijfers (0 of #). Twee scheidingstekens voor duizendtallen naast elkaar of een scheidingsteken voor duizendtallen direct links van het decimale scheidingsteken (ongeacht of een decimaal is opgegeven) betekenen dat het getal op schaal moet worden gebracht door het te delen door 1000 en zonodig, af te ronden. Met de notatietekenreeks "##0,," geeft u bijvoorbeeld 100 miljoen weer als 100. Getallen die kleiner zijn dan 1 miljoen worden in dat geval weergegeven als 0. Wanneer twee aangrenzende scheidingstekens voor duizendtallen niet direct links van het decimale scheidingsteken staan, geven deze alleen aan dat een scheidingsteken voor duizendtallen wordt gebruikt in de notatie. Welk teken in de opgemaakte uitvoer als scheidingsteken voor duizendtallen wordt gebruikt, hangt af van de getalnotatie die door uw systeem wordt gebruikt.
(:) Tijdscheidingsteken. In sommige lokale instellingen wordt wellicht een ander tijdscheidingsteken gebruikt. In de notatie van tijdwaarden worden uren, minuten en seconden van elkaar gescheiden met het tijdscheidingsteken. Welk teken in de opgemaakte uitvoer als tijdscheidingsteken wordt gebruikt, hangt af van de instellingen op uw systeem.
(/) Datumscheidingsteken. In sommige lokale instellingen wordt wellicht een ander datumscheidingsteken gebruikt. In de notatie van datumwaarden worden de dag, de maand en het jaar van elkaar gescheiden met het datumscheidingsteken. Welk teken in de opgemaakte uitvoer als datumscheidingsteken wordt gebruikt, hangt af van de instellingen op uw systeem.
(E- E+ e- e+) Wetenschappelijke notatie. Als in de notatie-expressie rechts van E-, E+, e- of e+ ten minste ΘΘn tijdelijke aanduiding voor een cijfer (0 of #) staat, wordt het getal weergegeven in de wetenschappelijke notatie en wordt E of e ingevoegd tussen het getal en de exponent. Het aantal tijdelijke aanduidingen voor cijfers aan de rechterkant bepaalt het aantal cijfers in de exponent. Met E- of e- plaatst u een minteken voor negatieve exponenten. Met E+ of e+ plaatst u een minteken voor negatieve exponenten en een plusteken voor positieve exponenten. - + $ ( ) spatie
- + $ ( ) Een letterlijk teken weergeven. Als u een letterlijk teken wilt afbeelden dat niet in de lijst staat, plaatst u een backslash (\) voor het teken of plaatst u het teken tussen dubbele aanhalingstekens (" ").
(\) Het volgende teken in de notatietekenreeks weergeven. Veel tekens in de notatie-expressie hebben een speciale betekenis. Als u deze tekens wilt weergeven, moet u v≤≤r het teken een (\) opgeven. De backslash zelf wordt niet weergegeven. Als u een backslash opgeeft, heeft dit hetzelfde effect als wanneer u het volgende teken tussen dubbele aanhalingstekens zet. Wanneer u een backslash wilt weergeven, dient u twee backslashes (\\) op te geven.

Voorbeelden van tekens die niet kunnen worden weergegeven als letterlijke tekens zijn de tekens voor datum- en tijdnotatie (a, c, d, h, m, n, p, q, s, t, w, y, / en :), de tekens voor numerieke notatie (#, 0, %, E, e, komma en punt) en de opmaaktekens voor tekenreeksen (@, &, <, > en !).

("ABC") De tekenreeks tussen de dubbele aanhalingstekens (" ") weergeven. Als u een tekenreeks in format van de programma-instructie wilt opnemen, gebruikt u Chr(34) om de tekst in te sluiten (34 is de tekencode voor een dubbel aanhalingsteken (")).